Cursus ecologisch tuinontwerp

Scroll naar beneden

Wil je graag zelf aan de slag? Je kunt ook je eigen tuinontwerp maken. De beste ontwerper van je eigen tuin ben je vaak zelf. In de tuinontwerp cursus leer je stap voor stap hoe je het aanpakt. De inzichten van 15 jaar ervaring in tuinontwerp en beplantingsontwerp worden samengebracht in praktische en vooral leuke lesstof, waarmee je met plezier je eigen tuin gaat vormgeven.

Door het begrip van natuurlijke processen, de bodem en de planten dat je krijgt, ga je je tuin ook echt begrijpen. Je blijft altijd bijsturen. Het ontwerpproces stopt nooit! Neem gerust contact op als dit je aanspreekt, door een mail te sturen naar info@jeroenhamers.nl.

Inhoud

1 Analyse

a. Maat en schaal: wat voor ruimte is het? hoe voelt de plek?
b. Bodem: grondsoort, vochtigheid. Opzoeken van de juiste gegevens, bodemkaarten lezen, grondmonster nemen, vochtigheid bepalen
c. Microklimaat: Zon, schaduw, halfschaduw. Wind, luwte.
d. Reliëf: Opzoeken van de juiste gegevens, aflezen van een hoogtekaart.
e. Historie: historische kaarten opzoeken en lezen, zijn er aanleidingen voor je ontwerp?

2. Ontwerp

a. Het maken van een maatvaste ondergrond
b. Opstellen van een lijst van wensen en ideeën. Wat voor sfeer of gevoel wil ik creëren? Natuurlijk, netjes, open, besloten / beschut, statisch, dynamisch?
c. Indelen van de ruimte, wat komt waar? Maken van een vlekkenplan.
d. Maken van het schetsontwerp
e. Materiaalgebruik
f. Ontwerpen in doorsnede
- Opzetten basis op schaal
- Bepaal of de ontworpen plek fijn voelt qua schaal en ruimte

3 Beplantingsplan – ontwerpen met beplanting
a. Vaste planten, bomen, heesters, bollen, zaadmengsels
b. Het beplantingsplan, stap voor stap
c. Zichtbaar maken van de seizoenen en ontwikkeling over de jaren
d. Plantensoorten voor elke plek een optimale soortkeus
e. Maken van een plantlijst, soorten, aantallen, maten, plantdichtheid (st./m2)
f. Aanplanten of inzaaien?

4. Verhogen van biodiversiteit in je tuin

a. Plekken creëren voor insecten, amfibieën, vogels of (kleine) zoogdieren
b. Vijvers en poelen
c. Beplanting in lagen
d. Variëren in bloeitijd: de bloesemboog
e. Overgangszones: van droog naar nat, van zonnig naar schaduwrijk, van hoog naar laag
f. Gazon, voor- en nadelen, tips en alternatieven

5. Klimaat

a. Droogte, (extreme) regen, temperaturen
b. De klimaatvriendelijke tuin: Adaptief ontwerp en klimaatverandering tegengaan
c. Regenwatertuin
d. Groene daken


6. Onderhoud

a. Successie: beplanting in transformatie
b. Praktisch: kijken, beoordelen, handelen
c. Onderhoud stap voor stap door het jaar heen
d. Bijsturen

7. Processen in de tuin:

a. Bodemleven: de (onzichtbare) basis voor een gezonde tuin
b. Bacteriën en schimmels
c. Pioniersbeplanting onder bomen: van zon naar schaduw